Menstruatiearmoede. Het is niet meer een woord met weinig betekenis.

Wanneer worden vrouwen in Leidschendam, Voorburg en Stompwijk door gebrek aan financiële middelen niet meer gehinderd om de hele maand deel te nemen aan het sociale leven en onderwijs? Het armoedefonds opende dit jaar het 1000e uitgiftepunt voor menstruatieproducten in Utrecht. In Schotland geldt vanaf 15 augustus een wet waardoor tampons en maandverband gratis zijn. Ook in andere landen worden tampons en maandverband met name op scholen gratis uitgedeeld. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Nieuw-Zeeland, Engeland, Botswana en verschillende Amerikaanse en Australische staten. Kenia was in 2018 het eerste land ter wereld met maatregelen op dit terrein.

“CDA Leidschendam-Voorburg diende in 2021 samen met CU-SGP, D66, GroenLinks en PvdA een motie in die opriep mogelijkheden te onderzoeken om onder andere “menstruatie-schaamte”, sociale armoede en uitval van lessen en colleges bij meisjes en vrouwen te voorkomen door het (helpen) verstrekken van menstruatieproducten. Ondanks dat de motie destijds met grote meerderheid werd aangenomen, heeft de raad tot op heden geen actie naar aanleiding van deze motie gezien”, zo verduidelijkt CDA-raadslid Diederik Visser.

“Uit onderzoek van non-profitorganisatie Plan International blijkt dat in Nederland gemiddeld 1 op de 10 meisjes en vrouwen geen geld heeft om iedere maand tampons of maandverband te kopen,” aldus Visser: “Het moet zo langzamerhand, zeker in deze dure en onzekere tijden voor velen, tot een betere infrastructuur voor hulp komen in onze gemeente. Het CDA hoopt dat dit College de handschoen weer opneemt en aan de slag gaat”.

Het CDA stelt daarom de volgende vervolg vragen aan het College van Burgemeester en Wethouders:
Onvoldoende inkomen, armoede, het gebrek aan financiën om voor dagelijks gebruik elementaire producten te kunnen aanschaffen en de extra belastende effecten van hoge energiekosten en inflatie als effect van de situatie in de Oekraïne.

Allemaal elementen die een specifiek vraagstelling weer extra onder de aandacht brengt: hoe kunnen (jonge) vrouwen op een fatsoenlijk manier hun persoonlijke hygiëne verzorgen.
In de gemeente Utrecht zijn daar in samenwerking met het Armoedefonds daarvoor extra maatregelen genomen. Dit bleek uit het NOS-nieuwsbericht betreffende het uitdelen van menstruatieproducten.
Indachtig de motie die het CDA, samen met andere partijen, eerder heeft ingediend heeft het CDA de volgende vragen.

1. Het college heeft voor het laatst op 24 juni een update gegeven van de huidige stand van zaken rondom de uitvoering van de motie “Verstrekking menstruatieproducten, als sociale opdracht”. Wat is de huidige stand van zaken.
2. In haar update op 24 juni gaf het college aan over te gaan tot een pilot met scholen. Hoe staat dat in verhouding tot het expliciete verzoek in de bovengenoemde motie om eerst de uitkomsten van de inventarisatie en onderzoek voor te leggen aan de raad?
3. Wanneer denkt het college terug te kunnen komen bij de Raad met de uitwerking van de uit te voeren inventarisatie en onderzoek zodat de Raad, naast kennisneming van de maatregelen in uitvoering, ook het debat over dit essentieel thema kan betrekken bij de discussie over een breder armoedebeleid en/of specifiek armoede beperkende maatregelen zoals rond beschikbaarheid van menstruatieproducten?
Beschikbaarheid van voldoende menstruatieproducten is deels een sociaal-maatschappelijk probleem. Door de armoedeval als gevolg van de huidige crisis en financiële problemen is het inmiddels ook een breder probleem voor grotere delen van de samenleving.
4. Heeft het college zicht op of er een duidelijke toename is van het aantal personen waarvoor de beschikbaarheid van menstruatieproducten een probleem vormt in de Gemeente Leidschendam-Voorburg?
5. Is het College bereid om de financiële voorziening voor de uitvoering van de bovengenoemde motie te verhogen, gelet op het bredere probleem voor grotere delen van de samenleving en zo ja, met hoeveel?
6. Ziet het College mogelijkheden, al dan niet in samenwerking met anderen, deze voorziening structureel te maken?
7. Zo nee, wat zijn daarvoor dan de overwegingen?
In het bovengenoemde artikel van de NOS staat dat het Armoedefonds in het afgelopen jaar haar locaties voor het verstrekken van gratis menstruatieproducten heeft vervijfvoudigd. Ook in de gemeente Leidschendam-Voorburg zijn er een aantal locaties (1 in Leidschendam en 5 in Voorburg ).
8. Is het College bereid om in overleg samen met of via het Armoedefonds meer locaties te openen in de gemeente.
9. Is het College het met het CDA eens dat deze 6 locaties voor een gemeente met de omvang van Leidschendam-Voorburg in ieder geval onvoldoende is?
10. Communiceert de gemeente via bij de gemeente bekende instellingen – zoals scholen-, organisatie – zoals de voedselbank –, (wijk)verenigingen, Kerken en stichtingen en initiatiefnemers -zoals mevr. Stichter- dat bij zulke locaties gratis menstruatieproducenten te verkrijgen zijn?