-
-
Vertegenwoordigers en betrokken uit de jeugdzorg kwamen afgelopen week bijeen voor een symposium in Schakenbosch in Leidschendam.
Tijdens het symposium, met als thema 'Samen aan zet voor de best passende zorg', werd er gesproken door o.a. lector residentiele jeugdzorg Peer van der Helm en wethouder Jeffrey Keus. Maar de sterren van de middag waren de jongeren die met diverse optredens lieten zien welke talenten zij in huis hadden.
10-jarig jubileum
Aanleiding voor het symposium was het jubileum van Schakenbosch. Naast het vieren van deze mijlpaal stonden kennis en inspiratie centraal. De invulling van de middag was samen met jongeren, medewerkers en medewerkers van het Schakenbosch College tot stand gekomen.
Over Schakenbosch
Verschillende jongeren in onze maatschappij hebben complexe problemen: ernstige gedragsproblemen in combinatie met een lichte verstandelijke beperking of psychiatrische klachten. Daarbij hebben zij veelal een ernstige belaste voorgeschiedenis of trauma. Lichtere vormen van hulp zijn niet gelukt. Zij lopen vast in hun ontwikkeling en hebben bescherming en behandeling nodig. Voor deze jongeren zet Schakenbosch zich in.
In de behandeling bij Schakenbosch staan drie psychologische basisbehoeften centraal: verbondenheid, competentie en autonomie. Eigenlijk wordt continu gewerkt om deze drie basisbehoeften zo goed mogelijk in te vullen en hetgeen dat niet werkt, niet meer te doen. Een positief leefklimaat is hierbij belangrijk. Daarin moet elke dag geïnvesteerd worden.
‘Het zijn onze kinderen’
Wethouder Jeffrey Keus (o.a. jeugdhulp en onderwijs) vertelde trots te zijn op Schakenbosch binnen de gemeente. Hij heeft Schakenbosch leren kennen, zag kinderen in een kwetsbare situatie en het viel hem op: ‘Hier wordt geen kind alleen gelaten.’
Het jeugdzorgstelsel is een complex stelsel. Er zijn problemen met wachtlijsten, werkdruk en gestegen kosten. Jeffrey Keus heeft niet de illusie alle problemen in het jeugdzorgveld te kunnen oplossen, maar is ervan overtuigd dat hij iets kan betekenen. Hij is politiek bestuurlijk verantwoordelijk dat ‘ónze kinderen veilig en kansrijk kunnen opgroeien.’ Hij zegt: ‘Bij elk besluit denk ik: Wat heeft het kind eraan wat we nu gaan beslissen?’ En ziet de opdracht: ‘Wij moeten veel integraler gaan kijken, over de schotten heen.’