"Wat keken veel voorbijgangers uit naar het moment waarop de eieren van het zwanenkoppel in het Sijtwendepark uit zouden komen.

Ik was een van hen. Op 10 mei werden de eerste jonge zwaantjes gespot en een dag later waren er 7 pulletjes geboren. Toen de mini’s slechts enkele dagen oud waren, trof ik het hele gezin zwemmend aan. Een van de foto’s die ik toen maakte, is zo mooi; deze deel ik graag met de lezers.

In de eerste helft van de 20e eeuw werden knobbelzwanen -Cygnus olor- op grote schaal gehouden voor het dons. Toen de 'donsmarkt' in elkaar zakte, zijn de knobbelzwanen massaal vrijgelaten en hebben zich vermengd met wilde soortgenoten.
Knobbelzwanen komen overal voor waar zoet water is. Ze leven zowel op het platteland als in steden. Hun voedsel bestaat uit waterplanten en waterdiertjes. Zwanen zijn met hun lange hals gespecialiseerd in het grondelen naar waterplanten. Verder eten ze gras.

Ze broeden van maart tot juni. Vaak legt ma zwaan 5 à 8 eieren. Ze broedt die uit in 36 dagen. Knobbelzwanen broeden vanaf het derde of vierde jaar. Voor het nest worden riet, kleinere takken en ander plantaardig materiaal gebruikt."


Door: Peter van der Aar.
Tekst en foto: Marian Turkesteen.