"Het laatste tastbare dat nog over was van het lichaam dat mij baarde stond geduldig te wachten onder het bed van broer Ger.

Den Ouden Neel zou worden uitgestrooid op de Noordzee ter hoogte van de Scheveningse vuurtoren, een stukje uit de kust.
Niet dat we te lui waren, maar we hadden het idee om dit op een ondergaande zonnige dag in de zomer te doen. Gewoon voor een betere memorie zeg maar. Helaas bleef de zomer te lang weg, het was kwakkelweer, we gingen nu.

In de haven stond Marcel op het plankier te wachten bij zijn zeilboot.
De regen was volgens buien(ver)rader net gestopt, of toch, nou ja zowat:-).
“Het is een beetje een onstuimig zeetje” sprak onze ervaren kapitein.
Als twee bejaarden, die we uiteindelijk ook zijn, klauterden broer Ger en ik, beiden te eigenwijs om door de ander te worden geholpen, onhandig aan boord.
Het papieren, doch stijlvolle, boodschappentasje met daarin de ascontainer werd behoedzaam, als ware het een heilig relikwie, op een veilige plek gezet.
We voeren uit, de laatste gang langs allerlei plekken waar Den Ouden Neel zo’n 100 jaar rondhing. Op het Seinpostduin zat ze met 9 jaar in kindertehuis “De Vluchtheuvel”, omdat haar moeder vroeg overleed. Hier zwaaide ze vanaf het ‘Dikje’ alle jongens/mannen van haar familie uit als ze naar zee gingen.
We passeerden “De Kom” waar we zalige zomers beleefden met vers geplukte mosselen in een zurebommenblik met zeewater boven een vuur, heerlijk.
We passeerde de Koppes (Havenhoofden), hier hadden we verleden jaar nog gelopen, de zon scheen en tussen het bekvechten door hadden we het goed.

De zee was, naar Marcels voorspelling, inderdaad onstuimig. De boot kon het makkelijk hebben, maar ging toch aardig te keer. De voorsteven doorkliefde dapper de golven, maar even, heel even beleefde ik toch een Titanicmomentje.
We waren ver genoeg, laten we het hier maar doen. “Ja jij”, zei broer Ger.
“Ik”, sprak ik met een ingehouden bibberbovenlip. Hij bleef zitten, ik moest.
Voorover liggend, aan de achterkant van de boot, de geopende container met twee handen omklemd kreeg ik het toch wel benauwd. Je zou zo het ruime sop inglijden. Nu nog de twee rozen er achteraan, plastic er af voor het milieu.
In die storm, ik werd misselijk ook nog, lekker stijlvol, deze strooiceremonie.
Had het me wat anders voorgesteld, we hebben ons best gedaan. Tis goed zo.
Als ze stiekem meekeek heeft ze op zeker ‘doodsangsten’ uitgestaan, en een zinnetje uitgesproken dat ik van haar kan dromen. “Kijk je uit jongen”.

Tekst: Mink Out. Bundel verkrijgbaar op: www.conckshop.nl."


Mink Out is de eigenaar van De Conckelaer in Voorburg. Hij schrijft elke week een column die op zaterdag om 16:00 uur verschijnt op de website van Midvliet.

Onderstaand schilderij koos Mink uit om bij zijn column te laten plaatsen.

Mink Out schilderij  2024 07 20
                                                                      1876 Beach scene. Edgar Degas