Joop had pech, op zichzelf wonen ging gewoonweg niet meer. De trap bleek onbegaanbaar en hij vergat steeds vaker dingen.
Joop had mazzel: een kamer in verzorgingstehuis Dennendal.
Met zijn singles, LP’s, cassettebandjes en de apparatuur om deze gedateerde geluidsdragers af te spelen was het redelijk uit te houden.
Het was niet om over naar huis te schrijven maar dat hoefde ook niet, want thuis was nu hier. Er was wel een goed bonenkoffiezetapparaat, dat scheelde.
De schilderijen en foto’s van de bands uit het verleden stonden nog in een rij tegen de muur. Mocht niet met spijkers anders hadden ze allang gehangen.
Ze mochten alleen aan zo’n nylon draadje, maar daar waren er te weinig van.
De zuster zou er wat meer regelen ze stonden in bestelling, duurde ff.
Roken in het gebouw was verboden en daar zat Joop wel een beetje mee, maar op het bankje, voor de deur, onder het afdak was een lekker plekkie. Had hij een paar keer per dag zijn loopje, was ook goed voor de tanende conditie;-).
In al hun wijsheid had de directie van huize Dennendal ineens besloten dat, in het belang van de gezondheid der hoog bejaarde inwoners, de niet-rokenzone flink zou worden uitgebreid tot buiten het siergazon rond het hoofdgebouw.
Eigen onderzoek had uitgewezen dat bij niet roken de leeftijd fors toenam.
Op een slechte dag hing er plots een wit, rond bord met een rode rand boven ‘zijn’ bankje, waarop te lezen was: Verboden te roken. Ze bekeken het maar. Joop pafte er op los of zijn leven er vanaf hing en of het een lieve lust was.
Nadat de directrice in hoogsteigen persoon vriendelijk lachend het bankje met de rokende Joop was gepasseerd werd de huishoudelijke dienst ingezet.
De volgende dag stond het bankje een meter of 10 verderop tegen de zijkant van het ketelhuis. In het vervolg zou Joop daar dan maar zijn hijsjes nemen.
Aanvankelijk was er geen groot verschil en leek er geen vuiltje aan de lucht. Totdat tegelijkertijd de herfst zijn kop, en Joop een sjekkie, opstak. Dit gaf een nogal forse wending aan het leven van onze stokoude verstokte roker.
Hij begon te hoesten en te hoesten, hoge koorts overviel hem. De dokter werd geroepen. Verwarming hoog en goed in de gaten houden deze arme man.
Het ochtendgloren heeft hij niet meer kunnen toucheren, hij had s’ nachts de pijp al aan Maarten gegeven. De dokter kwam nogmaals, autopsie wees uit: longontsteking. Onze brave borst Joop had zich als het ware dood gerookt.

Tekst: Mink Out.
Schilderij: 1920s Self-portraits as Clown in blue cap