Het college van Leidschendam-Voorburg heeft een flinke stap gezet richting een nieuwe subsidiemethode voor maatschappelijke activiteiten.

Continuïteit voor de inwoners, zekerheid voor maatschappelijke organisaties, meer ruimte voor maatwerk en samenwerken staan daarbij centraal. De uitgangspunten voor de nieuwe systematiek staan in de Startnotitie subsidiesystematiek maatschappelijke subsidies, die het college aan de gemeenteraad heeft voorgelegd.

Op dit moment werkt de gemeente met ‘subsidietafels’. Maatschappelijke organisaties bespreken met elkaar welke activiteiten het beste bij de inwoners van Leidschendam-Voorburg passen, wie deze kan organiseren en hoe de beschikbare subsidie verdeeld moet worden. Dit gaat over veel verschillende activiteiten, bijvoorbeeld opvoedondersteuning, het vergroten van financiële zelfredzaamheid en taal- en digitale vaardigheden, ondersteuning van vrijwilligers, mantelzorgers en ouderen, sport en cultuur.

Uit een evaluatie blijkt dat dit systeem niet goed werkt. Daarom wordt er gewerkt aan een nieuwe manier om subsidies te verdelen. In de Startnotitie staan een aantal uitgangspunten voor de nieuwe subsidiesystematiek. 

Gemeente pakt regie
Maatschappelijke organisaties hebben aan de gemeente gevraagd om de regie terug te nemen.  Wethouder Philip van Veller (financiën): “Die regie pakken we op 2 manieren. In de eerste plaats bij het vormgeven van een nieuwe subsidiesystematiek. We gaan met maatschappelijke organisaties in gesprek over welk systeem wel werkt, en nemen hun ideeën mee bij de beslissingen die de gemeente uiteindelijk neemt. Daarnaast is nu al duidelijk dat organisaties wel met elkaar in gesprek willen blijven over welke activiteiten onze inwoners nodig hebben, maar de gemeente neemt voortaan de beslissingen over het geld.” 

Basis meerjarig financieren 
In de nieuwe systematiek worden ‘basisvoorzieningen’ meerjarig gefinancierd. De afgelopen tijd heeft de gemeente alle gesubsidieerde maatschappelijke activiteiten in kaart gebracht. Daarbij is onder meer gekeken naar welke activiteiten een ‘basisvoorziening’ zijn omdat ze verplicht zijn vanuit de landelijke overheid of vanuit lokaal beleid. En welke activiteiten geen basisvoorziening zijn, maar wel wenselijk om te behouden. Basisvoorzieningen worden voortaan in 1 keer voor meerdere jaren gefinancierd. Op die manier hebben maatschappelijke organisaties meer zekerheid.  

Daarnaast moet er ook ruimte blijven voor flexibiliteit en om in te spelen op actuele ontwikkelingen. Voor die activiteiten wordt een nieuwe subsidiesystematiek ontwikkeld. Wethouder van Veller: “Uitgangspunt daarbij is continuïteit voor de inwoners. Een nieuwe subsidiesystematiek mag niet tot gevolg hebben dat zij ineens geen gebruik meer kunnen maken van dienstverlening of activiteiten waar zij nu baat bij hebben.” Belangrijk is ook dat de invoering van de nieuwe subsidiesystematiek géén bezuinigingsdoelstelling heeft.  

Verschil in aanpak 
Op dit moment worden alle maatschappelijke organisaties gelijk behandeld. Of ze nu groot of klein zijn, met professionals werken of met vrijwilligers en of ze nu een kleine subsidie krijgen voor 1 activiteit, of grote subsidiebedragen voor meerdere activiteiten. Ze krijgen allemaal dezelfde kaders vooraf en moeten op dezelfde manier verantwoording afleggen over hoe ze de subsidie hebben besteed. In het nieuwe stelsel wordt hier verschil in gemaakt. Hoe groter de opdracht of het totaal aan budget dat een partij ontvangt, hoe meer eisen kunnen worden gesteld. 

De Startnotitie met daarin de uitgangspunten en een voorstel voor het vervolgproces, ligt nu voor bij de gemeenteraad. Als zij hiermee akkoord gaat, wordt rond de zomer een conceptversie van de nieuwe subsidieverordening gepresenteerd. Hier kunnen maatschappelijke organisaties en andere belangstellenden op reageren. Hun input wordt afgewogen bij het opstellen van de definitieve subsidieverordening, die eind dit jaar wordt vastgesteld.

Lees ook: Gemeente kiest voor andere subsidiesystematiek maatschappelijke activiteiten


Door: Karin van der Spek
Bron: gemeente LV