In diverse lokale media is een ingezonden brief van de Algemene vereniging voor natuurbescherming (AVN) gepubliceerd.

In deze brief staat dat de gemeente jarenlang met de verkeerde cijfers zou hebben gerekend en zo in de bestemmingsplannen onterecht veel woningen heeft gepland. Dit zou ten koste van het groen zijn gegaan. Om onduidelijkheid hierover te voorkomen licht de gemeente graag toe hoe dit zit.

In 2003 hebben Rijk, provincie Zuid-Holland en de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Voorschoten een convenant gesloten om het groene open landschap zo veel mogelijk te herstellen, zodat een groene verbindingszone ontstaat tussen de duinen en het polderlandschap. Om dit landschap te kunnen maken is in totaal 23 hectare (ongeveer 46 voetbalvelden) aan kassen en waterbassins gesaneerd. De kosten voor deze sanering en de kosten voor de aanleg van het landschap worden gedekt uit woningbouw. Strenge voorwaarde daarbij is dat maximaal 15% van het oppervlakte aan gesaneerde kassen en bedrijfsgebouwen mag terugkomen als bebouwd oppervlak voor woningbouw. De rest van het gebied wordt groen ingericht. Minimaal 8 hectare wordt aangelegd als structureel recreatief beleefbaar groen. Daarnaast komen er natuurlijk ook tuinen bij de woningen, wegen en fiets- en voetpaden. Het uitgangspunt voor de woningen is dat deze ‘te gast’ zijn in het landschap. Provincie Zuid-Holland heeft alle woningbouwplannen voor de Duivenvoordecorridor goedgekeurd.

Het convenant benoemt dat in de Duivenvoordecorridor (Leidschendam-Voorburg en Voorschoten) een grondoppervlakte van 5 hectare aan nieuwe woongebouwen is toegestaan in een totaal te saneren oppervlakte aan kassen en bedrijfsgebouwen van 33 hectare. Dat komt overeen met ±15%.

De AVN stelt in haar berekening dat de gemeente de waterbassins, die bij de kassen hoorden, heeft meegerekend in de berekening van de gesaneerde oppervlak kassen, terwijl de AVN stelt dat het oppervlak van de waterbassins bij de berekening van het groen moet komen.

In diverse bestemmingsplannen, die onherroepelijk zijn en waarin ook is samengewerkt en afspraken gemaakt zijn met de Provincie Zuid-Holland op het gebied van de berekening van het toegestane te bebouwen oppervlak, is zowel het te realiseren groen en water als de bebouwing vastgesteld. Onder meer uit deze stukken blijkt dat waterbassins onderdeel waren van de gesaneerde kassen en daarom terecht meegerekend zijn in de vertaling naar het percentage van de toekomstige toegestane bebouwing van 15% van het oppervlakte aan gesaneerde kassen. Ook bij de subsidieverantwoording aan de Provincie is met de berekeningswijze ingestemd.

De toegestane bebouwing komt overeen met de onherroepelijke bestemmingsplannen en de afspraken die de gemeente heeft gemaakt in het convenant dat Rijk, provincie Zuid-Holland en de gemeenten Leidschendam-Voorburg en Voorschoten hebben gesloten om het groene open landschap zo veel mogelijk te herstellen, waarbij het grootste deel van de kosten gedekt worden uit woningbouw.


Door: Peter van der Aar.
Bron: bestuurscommunicatie Leidschendam-Voorburg.