De gemeente gaat vanaf 2026 werken met een nieuwe manier om subsidies te verdelen voor maatschappelijke activiteiten.

Denk hierbij aan ondersteuning voor mantelzorgers, maatjesprojecten, hulp bij schulden, opbouwwerk om inwoners te helpen hun woon- en leefomstandigheden te verbeteren en activiteiten tegen eenzaamheid. Het college maakte deze week de regelingen bekend op basis waarvan de subsidies voor 2026 en de jaren erna kunnen worden aangevraagd en toegekend. Daarbij verdeelt de gemeente weer zelf het budget, in plaats van dat organisaties onderling bepalen wie voor welke activiteiten geld krijgt. Continuïteit voor de inwoners, zekerheid voor maatschappelijke organisaties, meer ruimte voor maatwerk en samenwerken staan daarbij centraal.

Op dit moment werkt de gemeente met ‘subsidietafels’. Maatschappelijke organisaties bespreken met elkaar welke activiteiten het beste bij de inwoners van Leidschendam-Voorburg passen, wie deze kan organiseren en hoe de beschikbare subsidie verdeeld moet worden. Dit gaat om allerlei thema’s, zoals gezondheid, hulp bij opvoeding, zelfredzaamheid, meedoen in de maatschappij en ondersteuning van mantelzorgers.

Uit een evaluatie blijkt dat dit systeem niet goed werkt. Daarom verdeelt de gemeente de subsidies vanaf volgend jaar op een andere manier. Wethouder Philip van Veller: “Het belangrijkste is dat de regie weer bij de gemeente komt te liggen. Vanaf volgend jaar heeft de gemeente een grote rol in het bepalen welke activiteiten er nodig zijn en verdeelt de gemeente het beschikbare geld. Doordat organisaties hier niet meer mee bezig hoeven te zijn, ontstaat meer tijd en ruimte voor waar het uiteindelijk om draait: de inwoner. Het totale budget dat beschikbaar is voor subsidies blijft hetzelfde, daar verandert niets aan.”

Veranderingen
Bij de nieuwe manier van subsidie uitdelen, heeft de gemeente een aantal dingen veranderd. Voor activiteiten die bijvoorbeeld verplicht zijn vanuit de landelijke overheid of lokaal beleid, wordt het mogelijk om voor meerdere jaren subsidie aan te vragen. Op die manier hebben organisaties en inwoners meer zekerheid. Ook wordt meer onderscheid gemaakt tussen grote en kleine subsidies: voor kleinere subsidies komen er minder administratieve verplichtingen, bij grotere subsidies worden vooraf meer eisen gesteld en moet achteraf meer verantwoording worden afgelegd.

Om organisaties met een grote subsidie goed te kunnen begeleiden, krijgen zij vanuit de gemeente een vast aanspreekpunt. Voor een aantal activiteiten, zoals jongerenwerk, wordt gekeken of subsidie passend is, of dat de gemeente hier meer regie op kan voeren als deze op een andere manier worden gefinancierd. Ook organiseert de gemeente bijeenkomsten waar partners ervaringen kunnen delen, van elkaar kunnen leren en afspraken kunnen maken over samenwerkingen.

Samenwerken
De regelingen staan ook open voor nieuwe organisaties die nu nog geen subsidie ontvangen. De gemeente maakt op basis van vaste criteria een keuze wie uiteindelijk de subsidie krijgt en dus de activiteit mag uitvoeren. Daarnaast worden organisaties gestimuleerd om samen te werken rondom thema’s, onder leiding van 1 penvoerder. De penvoerder vraagt subsidie aan namens de samenwerkende partijen, houdt de uitvoering in de gaten en heeft hierover contact met de gemeente.

Vervolg
De gemeenteraad is gevraagd om te reageren op de nieuwe subsidieregelingen. Eventuele suggesties worden verwerkt. In mei van dit jaar kunnen maatschappelijke organisaties subsidie aanvragen voor activiteiten die ze in 2026 willen uitvoeren. De gemeente beoordeelt deze aanvragen in juni. Uiterlijk 1 juli horen de aanvragers of ze in 2026 subsidie krijgen.


Door: Peter van der Aar.
Bron: gemeentelijke website lv.nl.